Kattenkwaad in de Balkan

De video van de trip is klaar!

Zo, het was even werk met ruim 160 uur aan filmmateriaal, maar het is dan eindelijk toch gelukt. Ik heb enigzins geprobeerd de film op de reisblog hier te laten aansluiten. Veel kijkplezier

https://www.youtube.com/watch?v=r1ay4obwU9A

Weer een ervaring rijker

Zo, we zijn afgelopen week veilig thuis aangekomen, na een lange rit van 1150km vanuit Langelebarn, nabij Wenen. We besloten om 's nachts te gaan rijden vanwege de hitte en drukte op de snelwegen. Uiteindelijk reden we 15:00 het parkeerterrein op waar het ontvangstcomite stond te wachten, heel leuk!

Zonder twijfel kijken we terug op een motortrip waarin we heel veel gezien hebben, vooral de diverse culturen in de verschillende landen. Wat we niet veel gezien hebben is regen: van de 21 dagen hebben we slechts een paar uur regen gehad. De rest van de reis was het zon, zon en nog eens zon met temperaturen niet lager dan 30 graden en meestal nog meer! Het was soms afzien, vooral in Slovenië en Albanië met temperaturen boven de 40 graden, maar het avontuur en de mooie dingen maakten dit alles ruimschoots goed.

Ik krijg nu vaak de vraag: "Wat vond je nu het mooiste land?" Daar is moeilijk antwoord op te geven, want wat definieert een mooi land? Laat ik het zo zeggen, qua strand- en relaxvakantie vond ik Kroatië met haar mooie kusten en vooral zon het meest geslaagd, maar verder ben vrij allergisch voor drukte en toerisme, dus in dat opzicht viel Kroatië wel wat tegen. Maar dat is te verwachten in de zomervakantie. Moet er in alle eerlijkheid wel bij zeggen dat de kustweg zeer mooie vergezichten over de kust en zee biedt, maar ook hier gooide de vakantiedrukte voor mij persoonlijk weer roet in het eten. Dan vond ik de binnenlanden mooier, waar ook nog de oorlogssporen te zien zijn. Nee, als we het over puur natuur, landschappen en vergezichten hebben, dan scoren Bosnië en Slovenië toch wel erg hoog, waarbij Bosnië nog eens extra interessant is door haar gewelddadige verleden, waar een bordje "Pas op mijnen" en de vernielde gebouwen je regelmatig aan herinneren. De mensen in Bosnië lijken in het begin wat stug, maar lijken wel altijd voor je klaar te staan als je hulpbehoevend bent. Vraag maar aan James op zijn KTM. Ik denk dat Bosnië als pur sang motorland mij nog het meest heeft weten te bekoren, doordat de bevolkingsdichtheid minder is en je dus in veel meer rust kan genieten van het land, zonder telkens dorp in en dorp uit hoeven te rijden of je weer eens stuk te zweten voor een verkeerslicht. Slovenië viel me echt alles mee, heel Westers en iedereen spreekt er prima Engels. Schitterende natuur die in het noorden en midden in het land me nog het meest aan Oostenrijk deed denken, maar kom je zuidelijker, dan waan je je in Italië door de Mediteraanse sfeer.

Dan is er natuurlijk nog Albanië. Voor veel westerlingen niet meteen de nummer 1 vakantiebestemming, maar juist daardoor is zo'n land voor mij direct interessant. Op die manier zie je het ware gezicht van zo'n land en dat is toch wel waar ik van houd. Toegegeven, Albanië is een zooi, maar het hoort bij het land en heeft toch wel zo zijn charmes. Overigens is het gevoel wel overal aanwezig dat het land in ontwikkeling is en dit zie je eigenlijk overal in terug. Men doet hier hard zijn best.

2016 wordt qua motorrijden even een rustig jaar, maar des te meer tijd om voor 2017 een volgend rondje om de kerk te verzinnen.... hint: Het land van de Whiskey maar dan met ijs. Dus niet gevreesd, de reisjes worden alleen maar leuker! En verderop dit jaar is er natuurlijk de film van deze reis te zien.

En tot slot: iedereen bedankt voor het meelezen, de leuke berichtjes en natuurlijk de morele support!

Einde in zicht

Momenteel zitten wij bij onze goede vriend Nijs en zijn vriendin Angelika in het rustige dorpje Langelebarn, op een half uurtje rijden van Wenen. Hier komen wij even bij van de lange ritten en de vele indrukken die we op gedaan hebben. We kijken terug op een vermoeiende, maar zeer geslaagde rit. Zoveel mooie dingen gezien en ook nog eens actie meegemaakt. Alle ervaringen hebben de hitte en inspanning ruimschoots goedgemaakt.

Morgen dus nog even uitrusten, om vervolgens maandag richting Nederland te gassen. We kijken dan op de dag zelf of we het in één keer rijden of dat we nog ergens een overnachting pakken, afhankelijk van hoe we ons voelen en de drukte op de weg.

We waren het bijna verleerd

Dat motorrijders zwaaien, dat is een feit. Vaak met slechts één vinger naar de automobilisten, maar vaker naar elkaar met de hele hand of sommigen met twee vingers. Ondertussen is de oorsprong ervan een beetje vervaagd, maar het is ontstaan uit saamhorigheid toen motorfietsen nog een zeldzaamheid waren, misschien zelfs wel toen het nog slechts voor de 'elite' was. In elk geval is het destijds ontstaan en sindsdien fladderen met z'n allen naar elkaar. BMW- en Harley rijders zijn een verhaal apart, maar dat terzijde.

Aan bovenstaande worden we vandaag voor het eerst sinds zeker 4 dagen weer herinnert, want na het verlaten van Dubrovnik, op weg naar Albanië, dunden de motorrijders steeds meer uit en werden wij tegelijkertijd een zeldzame verschijning voor de lokale mensen. Nog steeds hebben wij het er over, hoe leuk het was hoe wij in Albanië bekeken werden, en nog leuker, hoe er gezwaaid werd naar ons, alsof we één of ander koninklijk stel waren. Hoe dan ook, over Bosnië hebben we nog niet veel verteld, omdat we bij het laatste verhaal slechts 5km over de grens van dit land zaten. Het beeld dat we beide van tevoren hadden van Bosnië-en-Herzegovina blijkt bij het dwalen door de typische landschappen totaal niet te kloppen. Toegegeven, de uiterste hoek in het oosten,Republika Srpska, oogt nog wat armzalig, maar rijdt 50km meer naar het westen en het lijkt alsof je in, noem eens wat, Oostenrijk rijdt. Prima wegen, groene bergtoppen en nette huizen. De meeste dan, want helaas zijn de sporen van de burgeroorlog van '91-'95 nog steeds overal zichtbaar. Van kogelgaten in huizen tot opgeblazen huizen en van raketinslagen in kerken tot borden die je erop attent maken vooral niet van de verharde weg te gaan want dan loop je kans op een onprettige ontmoeting met een landmijn. Toch hoort dit bij de historie van het land en het maakt het geheel nog interessanter. Duidelijk is te zien dat mensen er het beste van proberen te maken en overal staan dus weer mooie gebouwen. Alles voelt westers aan hier. Anyway, hier in het westen van Bosnië beginnen de motorrijders weer op te doemen en is het zwaaien weer begonnen.

De mensen hier lijken in eerste instantie stug of hard, maar eenmaal aan de praat willen ze je maar al te graag helpen. Een mooi voorbeeld hiervan is de roodharige James, uit Wales, op zijn KTM 950 Adventure. Wie? James, die rooie, hij lijkt een beetje op Ed Sheeran is al geroepen. Wij stoppen om ergens een foto te maken van het mooie uitzicht, toen opeens een bezwete motorrijder onze richting op komt lopen. "Have you got any starting cables by any chance? My bike doesn't start and i think the regulator just died in my arms today." We moeten hem teleurstellen, want startkabels hebben wij niet bij. Hij vertelt te gaan proberen om een automobilist aan te houden om de kabels te regelen en loopt droevig weg naar zijn motor, die wij niet gezien hebben maar een paar honderd meter verder staat. We besluiten even naar hem toe te rijden en bieden aan om zijn motor aan te duwen. Maar na een paar keer op en neer geregend te hebben als malloten, moeten we het opgeven want de KTM laat zich niet zo gemakkelijk starten. En da's apart, want normaal laten Oostenrijkers zich zonder al teveel problemen overhalen. James geeft aan al sinds het begin van zijn reis problemen te hebben en dat dit echt een pechvakantie lijkt te worden of al te zijn. We besluiten onze motoren zo strategisch te plaatsen, dat eventuele Nederlanders onze kentekens zien en hopelijk stoppen. Maar nee, vrijwel iedere auto rijdt voorbij waarbij de meeste nog vrolijk zwaaien ook, ZELFS een Brit die notabene het Engelse kenteken van James ziet. "Thank you very much, shithead.", zegt James uit frustratie. Opvallend is dat áls er een auto stopt, het elke keer een Bosniër is. Maar helaas heeft niemand startkabels bij, totdat er aardappelboer stopt en uit zijn Volkswagen Jette uit 1814, die aan de rookwolk te zien op Remia frituurolie loopt, een dikke stroomkabel tovert. Met z'n drieeën kijken we elkaar vragend aan, wat heb je daar nou aan? Maar niet gevreesd, deze Bosnische MacGyver stript de uiteinden van de kabel op Balkan stijl kaal, maakt ze nat en plaatst ze op de plus en minpolen van zijn eigen accu. Ondertussen zijn er nog twee lokalen gestopt, waarvan één naar ons vermoeden net uit de Moskee kwam, aan zijn mooie outfit te zien. Geheel gepast, maakt hij nog een "boem" grapje als hij ziet hoe zijn landgenoot de motor tot leven wilt wekken. De andere kant van de kabel gaat op de accupolen van de KTM en de Jetta wordt gestart. Poging 1, 2, 3 en 4 mislukken, maar bij de 5e poging komt de KTM tot leven. Ongelofelijk! James gooit alle bagage weer op de motor en we rijden nog even met hem op naar het benzinestation zodat hij daar voor de zekerheid startkabels kan kopen. We maken nog even wat foto's en wisselen nummers uit en de Engelsman (hij leest dit toch niet) vervolgt zijn weg weer. Zojuist heeft James mij gesmst dat hij zonder stukken op zijn bestemming van vandaag is aangekomen: Sarajevo.

Genoeg avontuur voor één dag zult u denken, NEEN! Voor de reis heb ik de tip gekregen om een verlaten militaire vliegbasis bij Zeljava te bezoeken, schijnt mooi te zijn. Wat verlaten hangars en een oud vliegtuig enzo. We rijden er dus heen en op het moment rijden we nog in een dorpje, en plots rijden we een soort van verhard maar verlaten bospad op. Alsof de beschaving hier stopt. Ik krijg er tegelijkertijd een soort Chernobyl idee bij. Meteen is de sfeer "alert" te noemen. Nergens staat verboden toegang of wat dan ook, alleen een bordje dat waarschuwt voor mijnen in de bossen. Vooral niet van de verharde paden af gaan dus. We rijden en rijden, totdat we inderdaad een vliegtuigwrak zien staan. Uiteraard worden er wat foto's gemaakt en we rijden weer door. Maar, nergens is een kaart te vinden van dit gebied dus moeten we zelf het gigantische complex van, ik gok, 35 vierkante km ontdekken. We rijden en rijden, totdat we plots een jongen op het pad zien lopen die ons gebaart te stoppen. Het is een Zwitserse motorrijder, die compleet bezweet en buiten adem is. Hij heeft zijn motor bij de Bosnische grens (de basis ligt precies op de Bosnische/Kroatische grens, dus gesplitst) moeten achterlaten en is te voet verder gegaan. Hij heeft de afstand wat onderschat en was zo'n beetje de weg kwijt. Hij vraagt of we hem naar zijn motor kunnen rijden. Nadat ik wat doorvraag om het zekere voor het onzekere te nemen (het is een groot en verlaten gebied waar geen mens te bekennen is), haal ik mijn bagagerol eraf die ik bij Remy achterlaat en rijd hem naar de plek toe waar hij zijn motor heeft laten staan. Een aardig eindje, want het duurt zeker 10 minuten voordat we er zijn. Als hij dit nog had moeten lopen.... arme kerel. Hij bedankt me, ik geef hem nog wat te drinken en keer weer terug naar Remy. Dit zijn toch de dingen die je bijblijven. We verkennen het terrein verder en bekijken drie hangars waar het natuurlijk pikkedonker is en zelfs met onze zaklampen zien we achterin de hangar geen hand voor ogen meer. We rijden de weg uit en stuiten op een barricade waar tevens grenspolitie staat: hier begint Bosnië weer. Mag je nie in nie. In eerste instantie waarschuwen ze ons om niet over de barricade te gaan. Aan de Bosnische kant is geen politie te bekennen dus het is sowieso een vrij vage bedoeling. De sfeer wordt wat relaxter en we raken aan de praat met iemand die ook over de grens vanuit Bosnië wilde en nu een soort van staande is gehouden door de Kroatische politie, maar het lijkt allemaal niet al te serieus. De man vertelt dat hij hier vliegtuigmonteur is geweest en dat de basis uit 1955 stamt en in 1995 is verwoest, in de laatste burgeroorlog dus. Hij heeft gewerkt aan MiG-29's waarvan er 200 stonden, een aardig invertaris dus. Verder legt hij nog uit dat ze hier van alles hadden: een hotel, een restaurant en noem maar op. Dan vragen we iets over de landmijnen en waarom dat die niet opgeruimd worden. Het antwoord is simpel: geen geld voor. "Gewoon op de verharde paden blijven, is er niets aan de hand. Maar sommige mensen komen hier voor foto's en duiken de bossen in. Da's niet slim. Al een paar keer mis gegaan.", vertelt hij droogjes.

We rijden nog even de landingsbaan af, wat een gigantisch mooi gezicht is en wat dan ook een paar mooie foto's oplevert. Resultaten hiervan later te zien. Daarna rijden we door naar onze bestemming: de Plitvice meren! Ook dit is hier weer een erg leuk spul, inclusief zwembad en restaurantje. Terwijl ik dit typ, zitten de mensen onder mij gezellig te drinken en te eten onder het genot van een gezellig muziekje. Hier blijven wij twee nachten, zodat we morgen op het gemakje de watervallen kunnen bezoeken.

Tenslotte nog even James via deze weg succes wensen, en hopen dat het helpt. Dat hij maar zonder storingen van zijn reis mag genieten.

Heelhuids aangekomen in Bosnië

Ten tijde van schrijven liggen we te relaxen onder de airco op de hotelkamer. Erg veel indrukken op gedaan de laatste dagen. Zoals gezegd, Albanië heeft indruk gemaakt op ons, in de zin van dat je je in een totaal andere wereld bevindt.

Gisteren via Montenegro Bosnië ingedoken, om daar 5km over de grens in Bileca te overnachten. Een gezellig dorpje waar verder niets over te vertellen valt, behalve dat er inwoners zeer gezellig zijn. Vandaag dus van Bileca naar Mostar gereden, slechts 120km zodat we nog wat van de stad konden bezichtigen. Mostar is bekend om zijn "Stari Most", oftewel, Oude Brug. Hiervan een paar mooie foto's gemaakt. Morgen gaan we naar Jajce toe, waar blijkbaar een leuke waterval te zien is midden in het centrum.

Het leed dat Montenegro heet!

Montenegro. Wat een schijt land. Files, files en nog eens files. Kan aan de tijd van het jaar liggen hoor, maar twee uur in dit land is genoeg voor ons om hier niet meer terug te komen. Zeker 90% van de hele kustweg hebben we moeten filerijden. En overal afval. Nee, andere motorreizigers gingen ons al voor en spraken de volgende wijze woorden uit: "Feitelijk, hoe verder je naar het oosten rijdt, hoe meer je in een klerebende terecht komt." En dat was ook zo. Overal afval, mensen nemen de verkeersregels iets flexibeler en vooral druk bevolkt. En toch is het leuk om in Montenegro geweest te zijn.

Gelukkig stuurt de GPS ons eindelijk van de drukke doorgaande weg af, en rijden we door de binnenlanden van dit geasfalteerde gekkenhuis. En toch is dat leuk. Langzaam maar zeker verandert de wereld om ons heen, laten we de Europese invloeden achter ons en krijgt alles steeds meer een oost-Europese sfeer. Advertentieborden met Cyrillische tekens, mannen op karren achter ezels en hier en daar een moskee. Na een paar minuten rijden we op de Albanese grens af en ik wil de douanier mijn paspoort overhandigen, maar terwijl ik het paspoort nog in de hand heb, gebaart 'ie al dat ik door mag rijden. Idem dito voor Remy. Dat ging makkelijk.

Albanië is verkeerstechnisch zo mogelijk een nog grotere bende dan Montenegro, maar als je meedoet werkt het allemaal prima. Vooral veel toeteren en je niet teveel de kaas van het brood laten eten. Maar goed, op de motor heb je toch het laatste woord, dus blijven uitkijken. Van wat we tot nu toe zien van het land, is dat er veel contrast is tussen arm en rijk. Zo zie je een paar kasten van huizen, even verder om de hoek zitten er mensen in een houten frame met een paar golfplaten als dak. Daarna zie je weer een vette Mercedes rijden, die vervolgens voorrang verleent aan de lokale boer op zijn ezel. Machtig mooi om te zien.

Terwijl de thermometer even de 41.4 graden aantikt, stuurt mijn GPS ons op 4km van de camping waar wij in een kamer verblijven, een onverhard pad op. Geen probleem voor de Tiger maar de Thundercat van Remy is toch iets minder gewillig. Ik vind het wel leuk en rag even fijn over het onverharde pad, ook daar staan de Bridgestones weer hun mannetje. Nadat ik een stofwolk heb achtergelaten voor Remy, ben ik bij aankomst verbaasd over het complex, dat zeer mooi, modern, groot en luxe oogt. De camping/B&B wordt door Nederlanders gerund dus communicatie is makkelijk. En laat er nou ook nog eens een zwembad zijn, waar we dus gelijk inplonsen! We lopen even naar de lokale supermarkt, kopen een Red Bull, een Fanta, een Twix en een croissantje en we moeten afrekenen... 2800 Albanese lek, oftewel, 2 euro! Dat zijn leuke prijzen.

We hebben hier overigens veel bekijks op onze motoren, veel mensen langs de weg zwaaien dan ook naar ons en kijken ons na. Tegelijk hebben wij ook respect voor de mensen hier en zwaaien dus vriendelijk terug. Ook naar de man op de ezel! Morgen keren we helaas weer terug naar Montenegro, op doorreis naar Bosnië, benieuwd wat we daar weer gaan aantreffen. Vandaag is overigens het keerpunt van de route: dit is het meest oostelijke dat we gaan, dus vanaf morgen weer langzaam richting ons eigen landje.

Rustpauze: zaterdag de tweede helft

Wat een prachtige stad: Dubrovnik. Voor iedereen een aanrader. Gisteren aangekomen na 190km rijden, de aankomst met de stad vanaf de berg in het zicht was grandioos. Zaterdag vertrekken we richting Albanië. Wel een redelijk toeristische stad, maar dat heeft ook een reden natuurlijk. Volop historie, een gezellig centrum en overal leuke restaurantjes. Helaas moet je wel geld betalen om op "de muren" te lopen, maar liefst 13 euro.

Vandaag met het bootje vanuit de haven van Dubrovnik naar het eiland Lokrum voor de kust van Dubrovnik gevaren. Zometeen gaan we even eten in de stad en misschien nog met de kabelbaan omhoog! Tot de volgende. Laku no?!

2239km!

En daar zijn we dan weer, vanuit Omis. Volgens mijn trouwe vriend genaamd Tiger 1050, hebben we vanaf huis tot nu 2239km afgelegd. En da's toch best een eindje tuffen. Voelt nu ook echt wel alsof we ver van huis zijn. Nog steeds allemaal geweldig, zo'n 33 graden overdag en geen vuiltje aan de lucht. Nu lieg ik een beetje, want de routes van gisteren en vandaag vielen ons wat tegen? Waarom? Nou, iedereen vertelde ons dat de kustweg in Kroatië zo machtig mooi was, maar de laatste twee dagen hebben we hele tijd achter traag rijdende auto's gehangen, het ene dorpje na het andere dorpje gezien en dat inclusief stoplichten. Schoot niet echt op, dus ook niet echt lekker kunnen sturen. Campers zijn inmiddels onze grootste ergernis, waarbij we ons afvragen, zijn campers nou gewoon trage hokken of zijn de bestuurders zo langzaam? Misschien morgen naar Dubrovnik iets mooier stuurwerk.

Ons appartement van vandaag in Omis, is weer goed geregeld, aangezien we op 2 minuten lopen van het strand zitten. Men kan wel raden wat wij het eerste deden toen wij vanmiddag volledig bezweet weer aankwamen hier. Verder vanavond gezellig het stadje verkend en veel mooie dingen gezien, eigenlijk teveel om op te noemen. We moeten alle nieuwe indrukken nog verwerken, want er komt echt veel op ons af qua mooie uitzichten en creaties der natuur.


Morgen dus vanuit Dubrovnik, en daar blijven we tot zaterdagochtend! Dobro vecher!