Kattenkwaad in de Balkan

We waren het bijna verleerd

Dat motorrijders zwaaien, dat is een feit. Vaak met slechts één vinger naar de automobilisten, maar vaker naar elkaar met de hele hand of sommigen met twee vingers. Ondertussen is de oorsprong ervan een beetje vervaagd, maar het is ontstaan uit saamhorigheid toen motorfietsen nog een zeldzaamheid waren, misschien zelfs wel toen het nog slechts voor de 'elite' was. In elk geval is het destijds ontstaan en sindsdien fladderen met z'n allen naar elkaar. BMW- en Harley rijders zijn een verhaal apart, maar dat terzijde.

Aan bovenstaande worden we vandaag voor het eerst sinds zeker 4 dagen weer herinnert, want na het verlaten van Dubrovnik, op weg naar Albanië, dunden de motorrijders steeds meer uit en werden wij tegelijkertijd een zeldzame verschijning voor de lokale mensen. Nog steeds hebben wij het er over, hoe leuk het was hoe wij in Albanië bekeken werden, en nog leuker, hoe er gezwaaid werd naar ons, alsof we één of ander koninklijk stel waren. Hoe dan ook, over Bosnië hebben we nog niet veel verteld, omdat we bij het laatste verhaal slechts 5km over de grens van dit land zaten. Het beeld dat we beide van tevoren hadden van Bosnië-en-Herzegovina blijkt bij het dwalen door de typische landschappen totaal niet te kloppen. Toegegeven, de uiterste hoek in het oosten,Republika Srpska, oogt nog wat armzalig, maar rijdt 50km meer naar het westen en het lijkt alsof je in, noem eens wat, Oostenrijk rijdt. Prima wegen, groene bergtoppen en nette huizen. De meeste dan, want helaas zijn de sporen van de burgeroorlog van '91-'95 nog steeds overal zichtbaar. Van kogelgaten in huizen tot opgeblazen huizen en van raketinslagen in kerken tot borden die je erop attent maken vooral niet van de verharde weg te gaan want dan loop je kans op een onprettige ontmoeting met een landmijn. Toch hoort dit bij de historie van het land en het maakt het geheel nog interessanter. Duidelijk is te zien dat mensen er het beste van proberen te maken en overal staan dus weer mooie gebouwen. Alles voelt westers aan hier. Anyway, hier in het westen van Bosnië beginnen de motorrijders weer op te doemen en is het zwaaien weer begonnen.

De mensen hier lijken in eerste instantie stug of hard, maar eenmaal aan de praat willen ze je maar al te graag helpen. Een mooi voorbeeld hiervan is de roodharige James, uit Wales, op zijn KTM 950 Adventure. Wie? James, die rooie, hij lijkt een beetje op Ed Sheeran is al geroepen. Wij stoppen om ergens een foto te maken van het mooie uitzicht, toen opeens een bezwete motorrijder onze richting op komt lopen. "Have you got any starting cables by any chance? My bike doesn't start and i think the regulator just died in my arms today." We moeten hem teleurstellen, want startkabels hebben wij niet bij. Hij vertelt te gaan proberen om een automobilist aan te houden om de kabels te regelen en loopt droevig weg naar zijn motor, die wij niet gezien hebben maar een paar honderd meter verder staat. We besluiten even naar hem toe te rijden en bieden aan om zijn motor aan te duwen. Maar na een paar keer op en neer geregend te hebben als malloten, moeten we het opgeven want de KTM laat zich niet zo gemakkelijk starten. En da's apart, want normaal laten Oostenrijkers zich zonder al teveel problemen overhalen. James geeft aan al sinds het begin van zijn reis problemen te hebben en dat dit echt een pechvakantie lijkt te worden of al te zijn. We besluiten onze motoren zo strategisch te plaatsen, dat eventuele Nederlanders onze kentekens zien en hopelijk stoppen. Maar nee, vrijwel iedere auto rijdt voorbij waarbij de meeste nog vrolijk zwaaien ook, ZELFS een Brit die notabene het Engelse kenteken van James ziet. "Thank you very much, shithead.", zegt James uit frustratie. Opvallend is dat áls er een auto stopt, het elke keer een Bosniër is. Maar helaas heeft niemand startkabels bij, totdat er aardappelboer stopt en uit zijn Volkswagen Jette uit 1814, die aan de rookwolk te zien op Remia frituurolie loopt, een dikke stroomkabel tovert. Met z'n drieeën kijken we elkaar vragend aan, wat heb je daar nou aan? Maar niet gevreesd, deze Bosnische MacGyver stript de uiteinden van de kabel op Balkan stijl kaal, maakt ze nat en plaatst ze op de plus en minpolen van zijn eigen accu. Ondertussen zijn er nog twee lokalen gestopt, waarvan één naar ons vermoeden net uit de Moskee kwam, aan zijn mooie outfit te zien. Geheel gepast, maakt hij nog een "boem" grapje als hij ziet hoe zijn landgenoot de motor tot leven wilt wekken. De andere kant van de kabel gaat op de accupolen van de KTM en de Jetta wordt gestart. Poging 1, 2, 3 en 4 mislukken, maar bij de 5e poging komt de KTM tot leven. Ongelofelijk! James gooit alle bagage weer op de motor en we rijden nog even met hem op naar het benzinestation zodat hij daar voor de zekerheid startkabels kan kopen. We maken nog even wat foto's en wisselen nummers uit en de Engelsman (hij leest dit toch niet) vervolgt zijn weg weer. Zojuist heeft James mij gesmst dat hij zonder stukken op zijn bestemming van vandaag is aangekomen: Sarajevo.

Genoeg avontuur voor één dag zult u denken, NEEN! Voor de reis heb ik de tip gekregen om een verlaten militaire vliegbasis bij Zeljava te bezoeken, schijnt mooi te zijn. Wat verlaten hangars en een oud vliegtuig enzo. We rijden er dus heen en op het moment rijden we nog in een dorpje, en plots rijden we een soort van verhard maar verlaten bospad op. Alsof de beschaving hier stopt. Ik krijg er tegelijkertijd een soort Chernobyl idee bij. Meteen is de sfeer "alert" te noemen. Nergens staat verboden toegang of wat dan ook, alleen een bordje dat waarschuwt voor mijnen in de bossen. Vooral niet van de verharde paden af gaan dus. We rijden en rijden, totdat we inderdaad een vliegtuigwrak zien staan. Uiteraard worden er wat foto's gemaakt en we rijden weer door. Maar, nergens is een kaart te vinden van dit gebied dus moeten we zelf het gigantische complex van, ik gok, 35 vierkante km ontdekken. We rijden en rijden, totdat we plots een jongen op het pad zien lopen die ons gebaart te stoppen. Het is een Zwitserse motorrijder, die compleet bezweet en buiten adem is. Hij heeft zijn motor bij de Bosnische grens (de basis ligt precies op de Bosnische/Kroatische grens, dus gesplitst) moeten achterlaten en is te voet verder gegaan. Hij heeft de afstand wat onderschat en was zo'n beetje de weg kwijt. Hij vraagt of we hem naar zijn motor kunnen rijden. Nadat ik wat doorvraag om het zekere voor het onzekere te nemen (het is een groot en verlaten gebied waar geen mens te bekennen is), haal ik mijn bagagerol eraf die ik bij Remy achterlaat en rijd hem naar de plek toe waar hij zijn motor heeft laten staan. Een aardig eindje, want het duurt zeker 10 minuten voordat we er zijn. Als hij dit nog had moeten lopen.... arme kerel. Hij bedankt me, ik geef hem nog wat te drinken en keer weer terug naar Remy. Dit zijn toch de dingen die je bijblijven. We verkennen het terrein verder en bekijken drie hangars waar het natuurlijk pikkedonker is en zelfs met onze zaklampen zien we achterin de hangar geen hand voor ogen meer. We rijden de weg uit en stuiten op een barricade waar tevens grenspolitie staat: hier begint Bosnië weer. Mag je nie in nie. In eerste instantie waarschuwen ze ons om niet over de barricade te gaan. Aan de Bosnische kant is geen politie te bekennen dus het is sowieso een vrij vage bedoeling. De sfeer wordt wat relaxter en we raken aan de praat met iemand die ook over de grens vanuit Bosnië wilde en nu een soort van staande is gehouden door de Kroatische politie, maar het lijkt allemaal niet al te serieus. De man vertelt dat hij hier vliegtuigmonteur is geweest en dat de basis uit 1955 stamt en in 1995 is verwoest, in de laatste burgeroorlog dus. Hij heeft gewerkt aan MiG-29's waarvan er 200 stonden, een aardig invertaris dus. Verder legt hij nog uit dat ze hier van alles hadden: een hotel, een restaurant en noem maar op. Dan vragen we iets over de landmijnen en waarom dat die niet opgeruimd worden. Het antwoord is simpel: geen geld voor. "Gewoon op de verharde paden blijven, is er niets aan de hand. Maar sommige mensen komen hier voor foto's en duiken de bossen in. Da's niet slim. Al een paar keer mis gegaan.", vertelt hij droogjes.

We rijden nog even de landingsbaan af, wat een gigantisch mooi gezicht is en wat dan ook een paar mooie foto's oplevert. Resultaten hiervan later te zien. Daarna rijden we door naar onze bestemming: de Plitvice meren! Ook dit is hier weer een erg leuk spul, inclusief zwembad en restaurantje. Terwijl ik dit typ, zitten de mensen onder mij gezellig te drinken en te eten onder het genot van een gezellig muziekje. Hier blijven wij twee nachten, zodat we morgen op het gemakje de watervallen kunnen bezoeken.

Tenslotte nog even James via deze weg succes wensen, en hopen dat het helpt. Dat hij maar zonder storingen van zijn reis mag genieten.

Reacties

Reacties

PADRE

Wat een verhaal weer klasse ......zo leuk om te lezen je kan een boek gaan schrijven 2 bengels in de Balkan.

Kijk alweer uit naar de verhalen van morgen.

Gr PA & MA

Corry

Wat een geweldig verhaal. Jullie maken nogal niet wat mee. Spannend om zo met jullie mee te reizen. Lees steeds met veel plezier jullie reisverslag

Bas & Lenie

Heb weer genoten van jullie avonturen,wat je allemaal tegenkomt en meemaakt zo onderweg...geweldig.
Voor morgen veel wandelplezier bij de Plitvice meren en geniet van al het natuurschoon daar.

P.S. Jullie nemen toch wel de langste route he !!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!