Kattenkwaad in de Balkan

Het leed dat Montenegro heet!

Montenegro. Wat een schijt land. Files, files en nog eens files. Kan aan de tijd van het jaar liggen hoor, maar twee uur in dit land is genoeg voor ons om hier niet meer terug te komen. Zeker 90% van de hele kustweg hebben we moeten filerijden. En overal afval. Nee, andere motorreizigers gingen ons al voor en spraken de volgende wijze woorden uit: "Feitelijk, hoe verder je naar het oosten rijdt, hoe meer je in een klerebende terecht komt." En dat was ook zo. Overal afval, mensen nemen de verkeersregels iets flexibeler en vooral druk bevolkt. En toch is het leuk om in Montenegro geweest te zijn.

Gelukkig stuurt de GPS ons eindelijk van de drukke doorgaande weg af, en rijden we door de binnenlanden van dit geasfalteerde gekkenhuis. En toch is dat leuk. Langzaam maar zeker verandert de wereld om ons heen, laten we de Europese invloeden achter ons en krijgt alles steeds meer een oost-Europese sfeer. Advertentieborden met Cyrillische tekens, mannen op karren achter ezels en hier en daar een moskee. Na een paar minuten rijden we op de Albanese grens af en ik wil de douanier mijn paspoort overhandigen, maar terwijl ik het paspoort nog in de hand heb, gebaart 'ie al dat ik door mag rijden. Idem dito voor Remy. Dat ging makkelijk.

Albanië is verkeerstechnisch zo mogelijk een nog grotere bende dan Montenegro, maar als je meedoet werkt het allemaal prima. Vooral veel toeteren en je niet teveel de kaas van het brood laten eten. Maar goed, op de motor heb je toch het laatste woord, dus blijven uitkijken. Van wat we tot nu toe zien van het land, is dat er veel contrast is tussen arm en rijk. Zo zie je een paar kasten van huizen, even verder om de hoek zitten er mensen in een houten frame met een paar golfplaten als dak. Daarna zie je weer een vette Mercedes rijden, die vervolgens voorrang verleent aan de lokale boer op zijn ezel. Machtig mooi om te zien.

Terwijl de thermometer even de 41.4 graden aantikt, stuurt mijn GPS ons op 4km van de camping waar wij in een kamer verblijven, een onverhard pad op. Geen probleem voor de Tiger maar de Thundercat van Remy is toch iets minder gewillig. Ik vind het wel leuk en rag even fijn over het onverharde pad, ook daar staan de Bridgestones weer hun mannetje. Nadat ik een stofwolk heb achtergelaten voor Remy, ben ik bij aankomst verbaasd over het complex, dat zeer mooi, modern, groot en luxe oogt. De camping/B&B wordt door Nederlanders gerund dus communicatie is makkelijk. En laat er nou ook nog eens een zwembad zijn, waar we dus gelijk inplonsen! We lopen even naar de lokale supermarkt, kopen een Red Bull, een Fanta, een Twix en een croissantje en we moeten afrekenen... 2800 Albanese lek, oftewel, 2 euro! Dat zijn leuke prijzen.

We hebben hier overigens veel bekijks op onze motoren, veel mensen langs de weg zwaaien dan ook naar ons en kijken ons na. Tegelijk hebben wij ook respect voor de mensen hier en zwaaien dus vriendelijk terug. Ook naar de man op de ezel! Morgen keren we helaas weer terug naar Montenegro, op doorreis naar Bosnië, benieuwd wat we daar weer gaan aantreffen. Vandaag is overigens het keerpunt van de route: dit is het meest oostelijke dat we gaan, dus vanaf morgen weer langzaam richting ons eigen landje.

Reacties

Reacties

mum

Leuk om te lezen hoor wat jullie allemaal zien en beleven! Tis geen saaie reis in elk geval!!! Nog vele kilometers te gaan, veul plezier nog!!!

moeders

weer een geweldig verhaal. wij genieten met jullie mee. zie het zo voor me , jullie minzaam zwaaien naar die boer !! verder een hele goede reis morgen en tot horens....

Johan

Jij zegt 2800 lek, maar dat zijn oude leks, en die zijn al 20 jaar uit de handel, maar Albanezen rekenen nog altijd met de oude leks, in feite heb je 280 lek betaald, en inderdaad 2 Euro.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!